Richtlijnen voor de juiste toepassing van pijlen op noodverlichting
Een goed aangelegde vluchtrouteaanduiding is van cruciaal belang voor een veilige ontruiming bij brand of andere noodsituaties. De richting waarin een pijl wijst op een noodverlichtingsarmatuur bepaalt hoe mensen zich in panieksituaties oriënteren. Een fout in plaatsing of interpretatie kan grote gevolgen hebben, zowel voor de veiligheid als voor de naleving van wet- en regelgeving.
Wat betekent elke richting van de pijl?
De betekenis van de pijl op een vluchtroutebord hangt af van de context waarin deze wordt toegepast. De richting geeft aan hoe de vluchtweg gevolgd moet worden:
- Pijl naar beneden: Geeft aan dat de doorgang of uitgang zich direct onder of achter het bord bevindt. Vaak boven deuren geplaatst.
- Pijl naar boven: Betekent dat de route zich rechtdoor voortzet. Wordt gebruikt in gangen of open ruimten.
- Pijl naar links of rechts: Duidt aan dat de route afbuigt naar respectievelijk links of rechts. Toegepast op kruisingen en bij hoeken.
- Pijl schuin omlaag: Toepasbaar bij trappen die afdalen; de pijl geeft de aflopende richting van de trap aan
- Pijl schuin omhoog: In uitzonderlijke gevallen gebruikt, bijvoorbeeld wanneer de vluchtroute via een trap omhoog loopt.
Een veelgemaakte fout is het verwarren van de pijl naar beneden met een aanduiding voor "trap af". In werkelijkheid betekent deze pijl doorgaans dat men via een doorgang of uitgang direct onder het bord moet vluchten.
Eisen aan positionering en zichtbaarheid
Om effectief te zijn moet vluchtrouteaanduiding goed zichtbaar en logisch geplaatst zijn. Enkele belangrijke aandachtspunten daarbij:
- De borden moeten zodanig zijn aangebracht dat ze vanuit elke positie op de vluchtroute zichtbaar zijn.
- De hoogte van plaatsing moet aansluiten bij het natuurlijke gezichtsveld van personen in het gebouw.
- De pictogrammen moeten onder alle omstandigheden duidelijk leesbaar zijn, ook bij stroomuitval.
- De grootte van het pictogram moet in verhouding staan tot de afstand van waaruit deze bekeken wordt.
- Na elke bocht of splitsing in de route moet direct zichtbaar zijn hoe de route zich verder voortzet.
Veelvoorkomende fouten
In de praktijk worden nog regelmatig fouten gemaakt bij het aanbrengen van vluchtrouteaanduiding. De meest voorkomende zijn:
- Verkeerd geïnterpreteerde pijlrichtingen, met name de pijl naar beneden.
- Plaatsing op locaties waar de zichtlijn naar de volgende aanduiding ontbreekt.
- Onjuiste of ontbrekende signalering bij trappen en splitsingen.
- Armaturen die niet functioneren bij spanningsuitval.
- Gebruik van verouderde of niet-conforme pictogrammen.
- Deze fouten kunnen niet alleen de effectiviteit van de evacuatie ondermijnen, maar ook leiden tot afkeur bij inspecties of keuringen.
Mogelijke gevolgen bij inspectie
Bij controles door toezichthoudende instanties kan een onjuiste plaatsing of toepassing van noodverlichting leiden tot serieuze consequenties:
- Afkeuring van de noodverlichtingsinstallatie.
- Opgelegde herstelmaatregelen binnen een vastgestelde termijn.
- Bestuurlijke boetes of sancties.
- Verzekeringstechnische risico’s bij incidenten.
- Aansprakelijkstelling bij letsel of schade als gevolg van onjuiste vluchtrouteaanduiding.
Hulp nodig bij het opstellen of controleren van een noodverlichtingsplan?
Onze specialisten helpen graag met het ontwikkelen van een maatwerkoplossing voor jouw gebouw of project. Liever zelf aan de slag? Volg dan een van onze opleidingen en leer hoe je zelfstandig een doordacht noodverlichtingsplan opstelt, van ontwerp tot oplevering.
Neem contact met ons op voor advies, ondersteuning of opleidingsmogelijkheden.